Uit een recente studie van Wageningen University & Research blijkt dat Nederlanders zich veel vaker en op verschillende manieren inzetten voor natuur en groen dan gedacht. Bovendien zien velen zichzelf niet eens als ‘groene vrijwilliger’, terwijl ze wel onbetaald bijdragen aan natuurbehoud en leefbaarheid in hun omgeving.

Volgens de studie heeft ongeveer 34% van de volwassen Nederlanders zich het afgelopen jaar vrijwillig ingezet voor natuur en groen. Dit komt neer op ongeveer 5 miljoen mensen. Een flink deel daarvan ruimt zwerfafval op, en je kunt ook denken aan het onderhouden van buurttuinen en groenstroken, deelnemen aan natuurtellingen, deelnemen aan besluitvorming, of betrokken zijn bij educatieve activiteiten, zoals het geven van natuurwandelingen en rondleidingen. Voor de meeste mensen gaat het om maximaal een paar uur per maand.

Van de groep mensen die niet meedoen geeft ruim 50% geen interesse te hebben, vaak door tijdgebrek of gezondheidsredenen. Als het flexibel is en dichtbij huis kan plaatsvinden, dan is er een best grote groep die misschien actief zou willen worden. Vrijwilligers komen uit alle leeftijdsgroepen en hebben diverse achtergronden.

Vrouwen zijn vaker individueel actief, terwijl mannen vaker werken binnen organisaties. Ook zijn er veel burgerwetenschappers, vrijwilligers die zich bezighouden met wetenschappelijke projecten, zoals het tellen van vogels, insecten of planten voor landelijke onderzoeken. Vaak doen ze dit via apps of platforms.

Vrijwilligers worden niet alleen gedreven door liefde voor natuur. Ze vinden het vaak ook leuk, zijn graag buiten, willen bijdragen aan hun buurt en blijven graag fysiek actief. Ecologische redenen zijn belangrijk, maar sociale en persoonlijke drijfveren spelen ook een rol. Vrijwilligerswerk heeft grote impact op leefbaarheid in de buurt en gemeenschapsgevoel.

Uit de studie blijkt dat groen vrijwilligerswerk niet alleen natuurdoelen ondersteunt, maar ook bijdraagt aan sociale samenhang. Dit is een waardevolle aanvulling op overheids- en organisatie-inspanningen. Om deze inzet te behouden en te versterken, pleiten onderzoekers ervoor dat de betrokkenheid van vrijwilligers gestimuleerd en ondersteund moet worden dat en langetermijnmonitoring nodig is om in te kunnen spelen op behoeften en motivaties van vrijwilligers.